Gemeenten organiseren het leerlingenvervoer voor leerlingen die niet zelfstandig naar school kunnen reizen vanwege een beperking of omdat de speciale school waar ze onderwijs volgen meer dan 6 kilometer van huis ligt. Om het vervoer beter aan te laten sluiten bij de huidige maatschappelijke vraagstukken en ontwikkelingen is er een nieuwe verordening opgesteld.

Maatwerk

Leerlingenvervoer wordt nu vooral nog geassocieerd met taxibusjes. Wat verantwoordelijk portefeuillehouder Lars van der Beek betreft mag dat anders: “We willen kinderen graag stimuleren om zich zelfstandig te (leren) verplaatsen binnen de mogelijkheden die ze hebben. Sommige leerlingen kunnen, al dan niet onder begeleiding, prima leren reizen met het reguliere openbaar vervoer. Of kunnen de afstand naar school met behulp van een elektrische fiets wél zelfstandig overbruggen. We willen uitgaan van wat een leerling kan of nog kan leren. Dat is ook een goede voorbereiding voor later. Deze verordening maakt maatwerk mogelijk qua vervoers- en bekostigingsmogelijkheden.”

Modelverordening

Woensdrecht baseert zich met deze wijzigingen op de nieuwe modelverordening van de VNG. Ouders zijn en blijven er in eerste instantie zelf verantwoordelijk voor dat kinderen naar school gaan en (een) passend vervoer(smiddel) hebben. Alleen in bijzondere omstandigheden kan er aangepast vervoer aangevraagd worden.

In overleg met scholen, omliggende gemeenten en Wmo Adviesraad is besloten om de verordening ook aan te passen op onder meer de volgende punten:

  • de mogelijkheid om het vervoer van leerlingen met verschillende lesroosters te combineren (met een maximale wachttijd van 2 lesuren)
  • op welke manier omgegaan wordt met wangedrag om een veilige vervoerssituatie te creëren voor alle kinderen en de chauffeur
  • de mogelijkheid om leerlingenvervoer te organiseren naar een vast stage- of opvangadres

Proces

Op 21 april a.s. wordt de nieuwe verordening ter vaststelling aangeboden aan de gemeenteraad. Aanvragen voor het leerlingenvervoer van volgend schooljaar kunnen vanaf 1 mei a.s. worden ingediend. De ouders van leerlingen die op dit moment al gebruik maken van het leerlingenvervoer krijgen daarvoor een uitnodiging van de gemeente.

Aan de hand van een aantal criteria, waaronder de leeftijd van de leerling, het type onderwijs en de beperking van de leerling, wordt bepaald of het kind in aanmerking komt voor vervoer en zo ja: voor welke vorm van vervoer. Bij de beoordeling wordt gekeken naar de dichtstbijzijnde toegankelijke school voor de leerling die ruimte heeft en het juiste onderwijs biedt.

Voor leerlingen die in aanmerking kunnen komen voor een andere manier van vervoer dan een taxibusje worden afspraken ingepland om de (groei)mogelijkheden te verkennen en een ontwikkelplan op te stellen. Dit gebeurt uiteraard in samenspraak met de leerling en de ouders. Met vervoerders en begeleiders worden afspraken gemaakt om de kwaliteit en veiligheid tijdens het vervoer te borgen.